In Syrië is archeologisch bewijs gevonden dat meer dan 4000 jaar geleden de mensheid al gebruikmaakte van sloten. In deze tijd waren dit houten slotsystemen die veel vergelijkingen hadden met de sloten die we tegenwoordig gebruiken. De archeologische vondst wijst erop dat houten pennen van 30 tot 60 cm, met een enorme sleutel op hun plek waren gedrukt om het slot open te krijgen. Nog voor deze tijd beveiligde ze waardevolle spullen vaak met een touw dat in diverse moeilijke knopen gelegd was. Om deze open te krijgen was er in ieder geval zeer veel tijd nodig. Het eerste metalen slot die overeenkomsten had met de sloten die we nu gebruiken was het klavierslot. Dit slotsysteem is uitgevonden door Robert Barron uit Engeland in 1778. Laten we de geschiedenis bekijken die ons heeft gebracht van klavierslot tot cilinderslot.

Klavierslot mechanisme

Een klavierslot heeft vergelijkbare mechanisme als de cilindersloten die we vandaag de dag gebruiken. Het grote verschil is de sleutel die het slot opent. Beide sleutels zorgen voor een profiel dat pennen in het slotmechanisme op hun plek kunnen schuiven, hiermee kan de vergrendeling zich opheffen. In het klavierslot gebruikt men ronde sloten met een vierkant uitsteeksel waarop verschillende verhogingen zijn gemaakt. Bij het draaien van de sleutel zorgen deze ervoor dat klavieren op hun plek schuiven. In het begin waren dit slechts twee klavieren, maar als snel is dit aantal vermenigvuldig om de mate van beveiliging te verhogen. Zelfs hedendaags zijn er nog klaviersloten in gebruik. Nu zitten deze klaviersloten meer in deuren van schuttingen of schuren die niet de allerbeste beveiliging nodig hebben.

Evolutie van het cilinderslot

In 1784 zijn de eerste cilindersloten ontworpen en gepatenteerd. Dit is niet lang na de intrede van het klavierslot in de wereld. Het slot is vernoemd naar de uitvinder Joseph Bramah. Een grote verbetering van het Bramah slot was dat de sleutels met ontelbare verschillende combinaties gemaakt was. Voor inbrekers was het zodoende onmogelijk om een loper te maken. Dit was voor een klavierslot redelijk makkelijk te doen. De cilindersloten waren echter enorm prijzig en zijn hierdoor vrijwel uitsluitend voor kluizen en brandkasten gebruikt. Hier kwam pas verandering in door een uitvinding van Linus Yale die het eerste stiftcilinderslot introduceerde halverwege de 19e eeuw. Zijn zoon Linus jr. verbeterde de uitvinding en introduceerde het cilinderslot zoals we deze nu nog kennen.